Parametric Surface Morpher
Designstudies vereisen vaak het vergelijken van verschillende geometrieën via CAD-parametrisatie binnen de STAR-CCM+ workflow. Soms lukt parametrisatie niet, bijvoorbeeld bij onderdelen met complexe krommingen of modellen uit fysieke scans. In die gevallen kun je nu een parametrische morf-operatie toepassen op elk getesselëerd oppervlak. Deze morf-operatie wordt gedefinieerd via een translatieve vector; toekomstige versies kunnen ook andere typen operaties ondersteunen. Hieronder zie je een video waarin de Parametric Surface Morpher wordt toegepast.
Porous Capillary Pressure Model
Er zijn diverse updates voor multiphase-simulaties, zoals verbeterde massabehoud-eigenschappen voor EMP-modellen met overset meshes. In deze versie is een capillaire drukmodel toegevoegd voor poreuze regio’s. In sectoren waar capillaire werking van belang is, heeft men vaak voorkeur voor een specifiek model van capillaire druk. STAR-CCM+ 2506 biedt drie standaardmodellen:
- Leverett – Traditioneel gebruikt voor poreuze gesteenten en toepassingen in olie- en gasindustrie
- Kumbur – Ontworpen voor brandstofcelapplicaties
- Brooks-Corey – Eveneens gericht op poreuze gesteenten en olie- en gasindustrie
Je kunt ook je eigen capillaire drukmodel definiëren. In de video hieronder zie je de natte volumenfractie van een poreus materiaal, waarbij de niet-lineaire verdeling van droge en natte zones als gevolg van capillaire werking en zwaartekracht wordt weergegeven – kijk hoe de natte fractie toeneemt door capillaire werking.
Verbeterde Thin Mesher
Er zijn veel toepassingen waarbij dunne regio’s gemeshed moeten worden, zoals bij convectie-geleidingen door dunne wanden, filmstromen of platenwarmtewisselaars. Isotropische meshes leiden vaak tot een extreem hoge celcount. De bestaande (legacy) thin mesher in STAR-CCM+ biedt al anisotropische meshing voor complexe geometrieën, maar versie 2506 introduceert een compleet nieuwe thin mesher in je toolbox. Deze nieuwe versie verbetert celkwaliteit in dunne zones en verhoogt de robuustheid van het meshproces, waardoor een groter deel van de dunne regio’s wordt gemesht met dunne cellen in plaats van vele kleine isotrope elementen. Ook de overgang tussen dunne en bulkregio’s bevat nu cellen van hogere kwaliteit.
De nieuwe thin mesher vereist dat de surface re‑mesher is ingeschakeld. Gebruikers met een gesplitste workflow kunnen desgewenst de legacy mesher blijven gebruiken.
Legacy thin mesher:

(New) thin mesher:

Virtual Body Geometry Improvement
De Virtual Body‑methode, geïntroduceerd in versie 2502, is verder ontwikkeld om dunne onderdelen beter vast te leggen. Dit verlaagt de meshgrootte en verkort de simulatietijd.
2502

2506
